The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Swami Vivekananda

Hef aan het lied dat werd geboren ver weg,
waar wereldse smet nooit reikt,
in grotten en open plekken van dichte wouden,
waar geen zucht naar lust of faam
de kalmte ooit durfde te verbreken;
waar de stroom vloeide van kennis,
waarheid en de zaligheid die beide volgt.
Zing luid dat lied, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Schud uw boeien af, banden die u neer gebonden houden,
van schitterend goud of van donkerder, lager kwaliteit, liefde, haat;
goed, kwaad en al die tegenstellingen.
Weet slaaf is slaaf, gegeseld of gestreeld, niet vrij;
want al zijn ketenen van goud, ze binden niet minder vast.
Dus weg ermee, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Laat de duisternis gaan, het dwaallicht dat leidt met blinkend licht
en donkerte op donkerte stapelt.
Les deze levensdorst voor eeuwig,
hij trekt de ziel van geboorte naar dood en van dood naar geboorte.
Hij overwint alles die zichzelf overwint.
Weet dit en versaag nooit, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

“Wie zaait moet oogsten”, zegt men,
“en oorzaak brengt onafwendbaar het gevolg;
goed, goed; slecht, slecht; en niemand die aan de wet ontsnapt.
Maar wie een vorm draagt moet ook de boeien torsen.”
Heel juist; maar ver voorbij zowel naam als vorm is Aatman (het Zelf),
altijd vrij. Weet dat ge Dat zijt, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Hij kent de waarheid niet die zulke ijdele dromen droomt
als vader, moeder, kinderen, vrouw en vriend.
Het seksloze Zelf, wiens vader Hij? Wiens kind?
Wiens vriend, wiens vijand, Hij die slechts Eén is?
Het Zelf is alles in alles, niets anders bestaat;
en Dat zijt gij, stoutmoedige sannyaasin! Zeg:
“Om Tat Sat Om!”

Er is slechts Eén: de Vrije, de Kenner, het Zelf,
zonder naam, zonder vorm of smet.
In Hem is Maayaa (illusie), dromend heel deze droom.
De Getuige, Hij verschijnt als natuur, ziel.
Weet dat ge Dat zijt, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Waar zoekt ge?
Die vrijheid, vriend, kan deze wereld noch de andere u geven.
In boeken en tempels is ijdel uw zoektocht.
Van u alleen is de hand die het touw omklemt dat u meesleurt.
Stop dus uw gejammer.
Ontspan uw greep, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Zeg: “Vrede zij allen.
Van mij dreigt geen gevaar voor niets dat leeft.
In de wezens in de lucht, in al wat over deze aarde kruipt,
in allen ben Ik het Zelf!
Alle leven, zowel hier als daar, verzaak ik waarlijk,
Alle hemelen en werelden en hellen, alle hoop en vrees.”
Verbreek aldus uw boeien, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Geef er dan niet om hoe het lichaam leeft of gaat.
Zijn taak is hier volbracht: laat karma er voor zorgen.
Hangt iemand het bloemenkransen om, schopt een ander dit omhulsel, zeg niets.
Geen lof noch blaam is er waar wie prijst en wordt geprezen,
krenkt en wordt gekrenkt, één zijn.
Wees aldus kalm, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Waarheid komt nooit waar lust en faam en zucht naar bezit vertoeven.
Geen mens die aan een vrouw als echtgenote denkt, is ooit volmaakt;
noch hij die zelfs maar het kleinste ding bezit,
noch hij wie toorn bindt, komt ooit door maayaa’s poorten.
Geef deze dus op, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg:
“Om Tat Sat Om!”

Heb geen thuis. Welk thuis kan u bevatten, vriend?
De hemel uw dak, het gras uw bed, en voedsel wat de gelegenheid brengt,
wel gekookt of slecht, oordeel niet.
Geen voedsel of drank bezoedelen het edele Zelf dat Zichzelf kent.
Als een stromende rivier wees altijd vrij, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Weinigen slechts kennen de waarheid.
Anderen zullen u haten en bespotten,
O grote man; maar let er niet op.
Gij die vrij zijt, ga van plaats naar plaats en help hen uit de duisternis,
Maayaa’s sluier.
Zonder vrees voor pijn of zucht naar plezier,
ga voorbij aan beide, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”

Aldus dag na dag, tot karma’s kracht is uitgewerkt,
verlos de ziel voor eeuwig.
Geen geboorte meer, noch ik, noch gij, noch God, noch mens.
Het “Ik” is alles geworden, het Alles is “Ik” en zaligheid.
Weet dat ge Dat zijt, stoutmoedige sannyaasin!
Zeg: “Om Tat Sat Om!”